De maatschap is een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid. Dat betekent dat ze niet beschouwd wordt als een afzonderlijk juridisch persoon naast de vennoten en er dus geen afgescheiden vermogen bestaat. Alle ingebrachte goederen (en dus het hele vermogen) behoort in onverdeeldheid toe aan alle vennoten. Elke vennoot is dus mede-eigenaar.
De maatschap is een zuiver contractueel samenwerkingsverband. Dat betekent dat een loutere overeenkomst tussen de vennoten, zonder verdere formaliteiten, volstaat voor de oprichting. Men moet zelfs niet langs de notaris passeren nu de oprichting volledig onderhands kan verlopen. Bijgevolg dienen er ook geen registratierechten te worden betaald.
Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) biedt een verhoogde flexibiliteit en bijbehorende opportuniteiten, in het bijzonder voor de vennootschapsvorm van de besloten vennootschap (BV). Wij merken in de praktijk dan ook dat nog meer dan vroeger wordt geopteerd voor de oprichting van een BV in plaats van een NV. Kan de BV echter ook een (beter?) alternatief zijn voor de maatschap?
Ten gevolge van de hervorming van het ondernemingsrecht werd een nieuw (moderner) ondernemingsbegrip ingevoerd. Door de uitbreiding van het begrip ‘onderneming’ naar ‘iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid’, zal ook de maatschap als een onderneming worden beschouwd voor de toepassing van het ondernemingsrecht. In deze bijdrage lichten we de belangrijkste zaken toe.