De maatschap is een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid. Dat betekent dat ze niet beschouwd wordt als een afzonderlijk juridisch persoon naast de vennoten en er dus geen afgescheiden vermogen bestaat. Alle ingebrachte goederen (en dus het hele vermogen) behoort in onverdeeldheid toe aan alle vennoten. Elke vennoot is dus mede-eigenaar.
Aangezien een stichting geen vennoten, leden of algemene vergadering heeft, is de stichting een ideaal certificeringsvehikel. Oorspronkelijk werd er, omwille van rechtszekerheid dankzij jarenlange ervaring en een flexibel bestuursorgaan, dikwijls geopteerd voor een Nederlandse stichting administratiekantoor (STAK). Inmiddels is het tijd voor een revival van de Belgische private stichting, de PSAK.
Sinds 2018 zijn alle geviseerde Belgische juridische constructies gehouden om bepaalde informatie over hun uiteindelijk begunstigden door te spelen aan het centrale UBO-register. Het is niet altijd helder wie, wat, waar, waarom... openbaar kan zien. Daarom gaat deze bijdrage dieper in op de implicaties van het UBO-register op (internationale) vzw’s en stichtingen.
De private stichting laat toe een bepaald vermogen af te zonderen om een bepaald belangeloos doel te realiseren. Dergelijk doel kan bijvoorbeeld de verzorging van een familie zijn. Gelet op het feit dat deze rechtspersoon geen aandeelhouders heeft, kan het vermogen in de stichting blijven voor de volgende generaties en gespreid in de tijd gebruikt worden ten voordele van de familie.
De maatschap is een zuiver contractueel samenwerkingsverband. Dat betekent dat een loutere overeenkomst tussen de vennoten, zonder verdere formaliteiten, volstaat voor de oprichting. Men moet zelfs niet langs de notaris passeren nu de oprichting volledig onderhands kan verlopen. Bijgevolg dienen er ook geen registratierechten te worden betaald.
Fiscaliteit is natuurlijk belangrijk, maar veel Vlaamse bedrijfsleiders en families hechten daarnaast veel belang aan structuren waarbij vermogen kan worden gevrijwaard van alle mogelijke risico’s, niet alleen operationele bedrijfsrisico’s, maar ook aansprakelijkheid bij verkeersongevallen, echtscheidingsclaims, etc. Ook hiervoor kan de stichting een eenvoudige en aan te bevelen oplossing zijn.
Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) biedt een verhoogde flexibiliteit en bijbehorende opportuniteiten, in het bijzonder voor de vennootschapsvorm van de besloten vennootschap (BV). Wij merken in de praktijk dan ook dat nog meer dan vroeger wordt geopteerd voor de oprichting van een BV in plaats van een NV. Kan de BV echter ook een (beter?) alternatief zijn voor de maatschap?
Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) biedt een verhoogde flexibiliteit en bijbehorende opportuniteiten. Ook voor de NV en de stichting werd één en ander versoepeld. Deze nieuwe mogelijkheden hebben vanzelfsprekend ook een verschuiving teweeg gebracht op het vlak van vermogensplanning.
Ten gevolge van de hervorming van het ondernemingsrecht werd een nieuw (moderner) ondernemingsbegrip ingevoerd. Door de uitbreiding van het begrip ‘onderneming’ naar ‘iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid’, zal ook de maatschap als een onderneming worden beschouwd voor de toepassing van het ondernemingsrecht. In deze bijdrage lichten we de belangrijkste zaken toe.